Lambert Ebben Kooij
Lambert Ebben Kooij,
geb. op 07-03-1694 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 07-03-1694 te Huijsen,
ovl. op 29-05-1777 te Huijzen,
begr. op 29-05-1777 te Huijzen; Impost: 15,-; Grafnr. 86,
, -
LAMBERT KOOIJ / COOIJ
Huizen Koptienden (1730-40 1740-40):
1730-40: erft v. Ebbe Willemsz Koij 1 Spt 1 kop 1/2
1740-40: op Jan Pietersz Boor 1 Spt 1 kop 1/2
- Situatie: -- -- --
LAMBERT EBBE KOOIJ
Huizen Koptienden (1755-24 1775-25)
1755-24: v. Jan Cornelisz Minekus 1 kop 1/4
1667-24: + EBBE
t/m 1775-25: Situatie: 1 kop 1/4
1777-25: bij erf op Willem Lamberstz Kooij 1 kop 1/4
-
LAMBERT EBBE KOOIJ EN JAN PITERSE BOOR
Huizen Koptienden (1727-36 1770-31):
1726-36: v. Weeskinders v. Piter Jansz Boor 1 Spt 1 kop
- op Lambert Elberse Kooij
1727-36: Situatie: 1 Spt 1 kop
1729-36: te noemen:
- Lambert Ebbe Kooij EN Jan Piterse Boor
1767-31: Lambert Ebbe Kooij EN
- WEDUWE Jan Pietersz Boor
1770-31: op Jan Louis van Ninwegen 1 Spt 1 kop
-
ONA-3730A007; 19-02-1717; Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
Kroniek-L.R.Lustigh-176-1527; Folio 179; 29-12-1718: niet alleen bij het voornoemde brandende Huijs te voorschijn, maar soo door het wacker commanderen van de voornoemde Jaap Ceesen als door eenige kragtige Jongelingen te weten Lambert Ebben
koij, Jacob Lubbertsz baas
de Jonge, Jan Harmensz, en andere meer die als getrouwe helden, op 't voorHuijs van Jannetje tijmons Witten met Leeren klommen, ende door anderen Jongelingen, ende vigilante maagden aen haar een krachtigh water toe bragten, waar enz
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen: 16-06-1724: Lambert Ebbe Kooij met Neeltje Pieters; ider 3 Gl comt f 6,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 16-06-1724: Ondertrouw; 02-07-1724: Getrouwd Lammert Ebben Kooij j.m. met Neeltje Piters Boor j.d. beide van Huijsen
-
ORA-184-3177; 23-02-1725: Tot voogden over Annetje Jans Pomp nagelaten dogter van Jan Tomasz Pomp gestelt Lambert Ebbe Koij en Pieter van Voorthuijzen
-
ORA-184-3178; 08-02-1726: Tot voogden over Willem Gerritsz Backer nagelaten sone van Gerrit Jacobsz Backer egtelijk geteelt bij Marritje Willems werden gestelt Hendrik Claasz Herder en Lambert Ebbe Koij
-
ORA-184-3178; 19-09-1727: Tot voogden over de nagelaten minderjarige kinderen van Aaltje Ebbe Koij, in Leven Huijsvrouw van IJsak Willemsz Spilt, werden gestelt Willem Ebbe Koij en Lambert Ebbe Koij
-
ONA-3731A069; 17-05-1730: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
- Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ORA-184-3178; 10-11-1730: Tot voogden over 't kint van Pieter Claasz van Hoorn verwekt bij wijlen Neeltje Claas werd gestelt Lambert Koij en Jan Schram
-
ORA-184-3178; 12-02-1733: Jannetie Claas in Leven weduwe van wijlen Ebbe Koij alhier tot Huijsen deser wereld is comen te overleijden sonder over haar minderjarige nagelaten Erfgenamen voogden te hebben gesteld. .
Soo is 't egter sulks dat op verkeerde gronden sig tot die voogdij, namentlijk over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Isak Spilt die een dogter was van de voorn: overledene soo verre die
kinderen mede Erfgenamen sijn van gemelde haer Grootmoeder hebben begeeven Willem Koij en Lambert Koij de Oude welke in die gepretendeerde qualt met en benevens de nadere mede Erfgenamen hebben helpen maken staat en Inventaris van de
nalatenschap van de voorn: Jannetie Claas en hebben helpen schiften en scheijden . Tot voogden worden gesteld Willem Koij en Lambert Koij de Oude
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 27-01-1734: aangenomen op Belijdenis: Neeltje Pieters (huijsvr. van Lammert Kooij
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 27-01-1735: aangenomen op Belijdenis: Lammert Kooij
-
ORA-184-3178; 28-01-1735: Akte van bewijs. Margareta Horstmans eerst weduwe van Hendrik Pieterman bij wie sij een minderjarig kind heeft, en nu kortelings getrout met Willem Cornelisz Koeboer waaromme deselve Willem Cornelisz Koeboer mede
compareerde ter eenre en Lambert Koij en Jacob Elbertsz Ramaker als voogden over het kind ter andere sijde, zijn overeengekomen: f 60 en opvoeding
-
ORA-184-3178; 06-02-1739: tot voogden over 't minderjarige nagelaten kind van wijlen Cornelis Teunisz verwekt aan Jannetje Rutten werden gestelt Lambert Koij en Rut Pietersz Koeman
-
ORA-184-3219; 10-04-1744: Akte van bewijs. Tijmen Rutten Timmer weduwenaar van wijlen Aefje Cornelis, die nagelaten heeft 3 minderjarige kinderen, genaamt Aaltje (de oudste), Jannetje, en Geertje (Tijmens) Timmer ter eenre en Lambert Koij en
Jan Jansz Boer als voogden over gemelde kinderen ter andere sijde, zijn overeengekomen: f 125/kind, enige sieraden en opvoeding
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 11-07-1748: Neeltje Boor: f 6,-
-
Huizen-DTB-7-Grafboek; 29-05-1777: Lambert Kooij: f 15,- Grafnr. 86
-
Huizen-DTB-14-Impost op Begraven; 29-05-1777: Lambert Kooij: f 15,-
-
ORA-184-3223A187; 28-06-1805: Acte van Procuratie. Aagtje (Ebbes) Kooij, meerderjaarig doch ongehuwd en Ebbe Ebbes Kooij, beiden wonende binnen Huizen, volmagtig maken hun broeder Cornelis (Ebbes) Kooij mede alhier woonagtig, om bij hunnen Oom
Willem (Lambertsz) Kooij L.z. woonende te Alkmaar, welke gevolmagtigd was omme voor hun comparanten, zijnde de kinderen en erfgenamen van hunnen vader Ebbe (Lambertsz) Lsz: Kooij uit de nalatenschap van wijlen hunnen Oom Pieter Lambertsz Kooij,
gewoond hebbende en op 10-03-1804 overleden te Huizen, te vorderen alle goederen en gelden welke in dien boedel gevorderd moget worden uit den boedel en nalaatenschap van wijlen hun comparantens grootvader Lambert (Ebbes) Kooij.- Vader:
Ebbe Willemsz Kooij ( Coij), zn. van Willem Claesz Kooij ( Backer) en Lambertje Dircks ,
geb. in 1657 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1682-65,
Gereformeerde Gemeente,
OAH-II-E-180, 181, 182; 1674, 1679, 1683: 3 1 14,
Belijdenis Ger. Gem. 17-01-1683;,
ovl. op 22-02-1717 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1730-24,
begr. op 22-02-1717 te Huijsen; DTB-12-Impost: f 3,
, -
EBBE WILLEMSE KOIJ / COIJ
Huizen Koptienden (1682-65 1730-24 ):
1682-65: v. VADER Willem Claesz Backer 2 Spt
t/m 1683-65: Situatie: 2 Spt
- Verkregen van onbekende 3 cop 1/2
1685-65: Situatie: 2 Spt 3 cop 1/2
1688-51: v. Peter Jansz Visser 6 cop 1/4
Situatie: 3 Spt 1 cop 3/4
1691-55: Situatie: 3 Spt 1 cop 1/4
1692-55: v. Lambert Claesz Muijs 0 cop 3/8
- Situatie: 3 Spt 1 cop 5/8
1695-55: v. Lambert Cornelisz Smit 4 cop 7/8
- v. Claes Meeuwisz 1 Spt 6 cop 7/8
- Situatie: 5 Spt 5 cop 3/8
1696-55: ER STAAT: 4 Spt 5 cop 3/8
1690-40: v. Gijsbert Jacob Dircksz 2 cop 1/4
- v. Gerrit Lambert Claesz 2 cop 1/4
- v. Lambert Willemsz Joncker 4 cop
- op Gijsbert Tijmensz Jacobsz (Schipper) 5 cop
- v. Cornelis Lambertsz Smit 2 cop 1/4
- Situatie: 5 Spt 3 cop 1/8
1706-40: v. Tijmen Willemsz 1 Spt 0 cop 1/4
- Situatie: 6 Spt 3 cop 3/8
1707-40: v. HendrickJacobsz Hendricksz 4 cop
- v. Claes Willemsz Koij 1 Spt 0 cop 1/8
- Situatie: 7 Spt 7 cop 1/2
1709-40: v. Gerrit Jansz de Oude 4 cop 1/2
- Situatie: 8 Spt 4 cop
1711-24: v. Claes Gijsbertsz Bout 6 cop 1/2
- Situatie: 9 Spt 2 cop 1/2
1717-24: v. Lambertje Hendricks Lustigh 4 cop
t/m 1720-24: Situatie: 9 Spt 6 cop 1/2
1721-24: ER STAAT: 9 Spt 7 cop
1722-44: v. Gerrit Hendricksz Boom 2 cop 5/8
- Situatie: 10 Spt 1 cop 5/8
1723-24: ER STAAT: 10 Spt 1 kop 3/4
- op Jacob Hendricksz Snijder 2 kop
- Situatie: 9 Spt 7 kop 3/4
1730-24: op de volgende erfgenamen:
- op Ebben Dircksz Rijn 1 Spt 1 kop 1/4
- op kinderen Isaak Willemsz Spilt 1 Spt 6 kop 1/2
- op Willem Ebben Kooij 1 Spt 0 cop 1/2
- op Klaas Ebben Kooij de Oude 1 Spt 3 kop 3/8
- op Lambert Ebben Kooij 1 Spt 1 kop 3/4
- op Jan Pietersz Boor 1 Spt 1 kop
- op Meeuwis Ebben Kooij 1 Spt 0 cop 1/8
- op Klaas Ebben Kooij de Jonge 1 Spt 1 kop 1/4
-
ORA-184-3214A016; 06-04-1681: Huw.v.w. tussen Ebbe Willemsz geassisteert met Jacob Zijbrantsz zijn voogd ter enen, en Jannetge Claes Meuijssen geassisteert met Lambert Claes Meuijssen haar broer ter ander zijde . Door Ebbe Willemsz aangebracht
1/3 van een huis, land en voor ca. f 100, aan paarden, koeijen en bougereetschap. Jannetge Claes brengt aan land en ca. f 120,- aan koeijen.
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister: 17-01-1683: Belijdenis van Ebbe Willemsz Koij en huisvrouw Jannetje Claes
-
ORA-184-3173; 18-04-1684: Elbe Willemsz Koij eijsscher CONTRA de kinderen van Gerrit Rutten gedaagde i.v.m. brood
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1684, -1691 en -1698: Ondereijnde van Huijsen; Ebbe Willemsz Koij en Jannetje Claes
-
ONA-3714A033; 18-12-1693: Testament Claas Ebben bejaart jonghman wonende binnen Huijsen: legateert aan:
- Ebbe Willemsen Koij en Claas Willemsz Koij, kinderen van comparants overleden halve zuster Lambertie Dircksz zaliger ieder f 6,-;
- Jacob Gijsbertsen, Harmpje, Lijsbeth en Ebbetie Gijsberts kinderen van Stijntie Dircks zijn comparants gewesen halve zuster ieder f 6,-.
- Ebbetie Tijmis nagelaten dochter van Bijtien Ebben zijn comparants hele zuster f 6,-.
- Hij benoemt voor het overige als universele erfgenamen zijn nichten genaamd Jannetie Tijmis en Tijmetien Tijmis, naargelaten kinderen van zijn voorsz overleden zuster Bijtien Ebben
In presentie van Rut Gerritsz Smit out-buijrmr. en Gerrit Pietersz Slocker
-
ORA-184-3214A029; 14-11-1694: Akte van bewijs. Alsoo Melisje Gerrits in haar leven huijsvrouw van Jacob Gijsbertsz Gleijn deser werelt is comen te overlijden, en hij een 2e huwelijk wenstten behoeve van zijn (1) kind geprocreeert bij voorn
Melisje Gerrits, is overeengekomen met Lambert Gerritsz de Vries en Ebbe Willemsz Koij als voogden: f 200,- en enige stukken land. Tevens is het voorn. kind bij loting als erfgenaam van Gerrit Gerrit Aertsz haar halve broeder diverse stukken
land toegevallen
-
ORA-184-3195A424; 01-05-1699: Ebbe Willemsz Coij verkocht aan Gijsbert Tijmensz Schipper zeker stuk bouwland groot 7 spint gelegen aan de Blaricummer wegh belent Claas Prins ten zuiden en Willem Gijsbertsz ten noorden voor f 175
-
ONA-3717A028; 19-06-1699: Verklaring Huijser vissers; Ebbe Willemsz Koij schepene tot Huijsen
-
ORA-184-3175; 01-10-1700: deel-transcriptie: Ebbe Willemsz Koij ende Dirck Cornelisz voogden over Grietje Wijcherts doghter van Lijsbet Claes in eght verweckt bij deselve Wijchert Cornelisz ende sulx eenige erffgenaem van haar gemelde moeder
ende nogh voor een vierde part mede erfgenaam van haar vader Wijchert Cornelisz in die qualiteit verweerders.
-
ORA-184-3196A045; 18-02-1701: Gijsbertje Cornelis weduwe van Wijchert Cornelisz Backer voor haarzelf en Evert Goossensz getrouwd met Dirckje Wijcherts dochter en erfgenaam van Wijchert Cornelisz Backer alsmede Ebbe Willemsz Koij en Dirck
Cornelisz d'Oude als voogden over het weeskind van Wijchert Cornelisz Backer verwekt bij Lijsbet Claes, alsmede Jacob Lambertsz Smit en Jan Jansz Jonge als voogden over de nagelaten kinderen van dezelfde Wijchert Cornelisz Backer verwekt bij de
voorn Gijsbertje Claes/moet zijn Cornelis, verklaarden getransporteert te hebben aan Wijchert Jacobsz Backer een stuk grond voor f 196
-
ONA-3720A054;01-10-1705: Dirck Cornelisz de Oude, Ebbe Willemsz Koij, Jan Jansz de Jonge, Jan Uijttenhoven en Aart Gerritsz jegenwoordige regerend schepenen des dorps huijsen verklaarden op verzoek van Lambert Killewigh schout des voorsz dorps
ofte wel de Ed. heer en Mr. Hendrick Hooft drossaar tot Muijden ende Baljuw van Gooijlandt dat Ebbe Willemsz Koij en Aart Gerritsz dat zij ten huize van den officier Killewigh op 30 juni j.l. door Claas Jacobsz Swart Mr. Chirurgijn tot
Hilversum in 't generaal zijn gescholden en openlijck uijtgemaackt voor schelmen
-
ORA-184-3216A014; 01-12-1713: Verclaringe voor Cornelis Aertsz en Jan Jacobsz Man Schepenen des dorps Huijsen bij Ebbe Willemsz Koij, Jan Jansz Jonge, Jacob Killewigh, Dirck Cornelisz d'Oude, Jan Vergoes, Willem Gijsbertsz, Jan Gerritsz Smit
en Gerrit Jacobsz alle reders en koopluijden binnen dese dorpe.
- dog dat deselve veerschippers buijten twijffel bij mankement van scheepen, al een geruijme tijd nagelaten hebben des dingsdag herwaarts te vaeren, maer in tegendeel op den woensdag of donderdag
- Dat gemelde schippers en speciael veerschipper Arij Mechielsz in de fout gaat; beschonken
-
ONA-3728A017; 11-09-1715: Op den Eed verklaren Aart Gerritsz Koppen/Coppen Buurmr en Ebbe Willemsz Kooij regerend scheepen des Dorps Huijsen, dat zij gehoord hebben dat schout Lambert Killewig aan Jacob Lambertsz Smit heeft gevraagd of, als de
laatste niet in de kerkenraad, er al lang vrede zou zijn. Gepassert in Huijsen in presentie van Willem Cornelisz Koeman en Joost Vree
-
ONA-3730A007; 19-02-1717: Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
ORA-184-3216A053; 09-11-1719: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Willemsz Koij, Coopvrouw en Rederesse in verscheijde waeren, te kennen gevende dat sij vermits haer hoge Jaren niet present kan wesen, om hare negotie over al te aghtervolgen
en waer te nemen soo in het incopen als vercopen alsmede het invorderen van schulden en andersins als sulx wel behoort, derhalve goedgedaght hadde de behulpsame hand te nemen van haer soon Claes (Ebben) Koij
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio 204; 13-11-1721: de weduwe van Ebbe Willemsz Koij zijnde Jannetje Claes verkoopt Rottekruit
-
ONA-3731A005; 23-04-1728: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Koij wonende tot Huijsen geeft volmacht aan haar soon Claas Koij de Jonge om niet betaalde negotie en landhuren te doen innen. De eerder op 23-06-1723 aan haar ander soon genaamt
Claas Koij verleende procuratie wordt ongedaan gemaakt. Gepasseert ten huijse van ? ter presentie van Lambert Willemsz Kaijer en Aart Jacobsz Vos
-
ONA-3731A069; 23-04-1728: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ORA-184-3178; 12-02-1733: Jannetie Claas in Leven weduwe van wijlen Ebbe Koij alhier tot Huijsen deser wereld is comen te overleijden sonder over haar minderjarige nagelaten Erfgenamen voogden te hebben gesteld. .
Soo is 't egter sulks dat op verkeerde gronden sig tot die voogdij, namentlijk over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Isak Spilt die een dogter was van de voorn: overledene soo verre die
kinderen mede Erfgenamen sijn van gemelde haer Grootmoeder hebben begeeven Willem Koij en Lambert Koij de Oude welke in die gepretendeerde qualt met en benevens de nadere mede Erfgenamen hebben helpen maken staat en Inventaris van de
nalatenschap van de voorn: Jannetie Claas en hebben helpen schiften en scheijden . Tot voogden worden gesteld Willem Koij en Lambert Koij de Oude,
tr. op 11-05-1681 te Huijsen.
- Moeder:
Jannetien Claes Meeuwissen ( Muijsen), dr. van Claes Meeuwisz Muijs en Aeltje Lamberts ,
geb. te Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
Belijdenis Ger. Gem. 17-01-1683,
ovl. op 23-08-1730 te Huijsen; DTB-13- Impost: f 6,-,
begr. op 27-08-1730 te Huijsen; DTB-20,
, -
ORA-184-3214A016; 06-04-1681: Huw.v.w. tussen Ebbe Willemsz geassisteert met Jacob Zijbrantsz zijn voogd ter enen, en Jannetge Claes Meuijssen geassisteert met Lambert Claes Meuijssen haar broer ter ander zijde . Door Ebbe Willemsz aangebracht
1/3 van een huis, land en voor ca. f 100, aan paarden, koeijen en bougereetschap. Jannetge Claes brengt aan land en ca. f 120,- aan koeijen.
-
-
ORA-184-3216A053; 09-11-1719: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Willemsz Koij, Coopvrouw en Rederesse in verscheijde waeren, te kennen gevende dat sij vermits haer hoge Jaren niet present kan wesen, om hare negotie over al te aghtervolgen
en waer te nemen soo in het incopen als vercopen alsmede het invorderen van schulden en andersins als sulx wel behoort, derhalve goedgedaght hadde de behulpsame hand te nemen van haer soon Claes (Ebben) Koij
-
ONA-3731A069; 23-04-1728: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ORA-184-3178; 12-02-1733: Jannetie Claas in Leven weduwe van wijlen Ebbe Koij alhier tot Huijsen deser wereld is comen te overleijden sonder over haar minderjarige nagelaten Erfgenamen voogden te hebben gesteld. .
Soo is 't egter sulks dat op verkeerde gronden sig tot die voogdij, namentlijk over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Isak Spilt die een dogter was van de voorn: overledene soo verre die
kinderen mede Erfgenamen sijn van gemelde haer Grootmoeder hebben begeeven Willem Koij en Lambert Koij de Oude welke in die gepretendeerde qualt met en benevens de nadere mede Erfgenamen hebben helpen maken staat en Inventaris van de
nalatenschap van de voorn: Jannetie Claas en hebben helpen schiften en scheijden . Tot voogden worden gesteld Willem Koij en Lambert Koij de Oude.
tr. op 02-07-1724 te Huijsen: Impost 16.06.1724: f 6,-
met
Neeltje Pieters Boor, dr. van Pieter Jansz Boor en Geertje Willems Spilt,
geb. in 1698 te Huijsen,
ovl. op 11-07-1748 te Huijsen; DTB-13-IBegraven-Impost: f 6,-,
, -
ORA-184-3215A043; 20-03-1709: Testament van Pieter Jansz Boor, eertijds wednr. van Geertje Willems, en zijn vrouw Lijsbeth Elberts, benoemt tot erfgenamen zijn voor-kinderen Jan Pietersz Boor en Neeltje Pieters Boor verwekt bij zijn 1e vrouw
Geertje Willems, (f 250/kind)
Tot voogden aangesteld Lucas Swart en Gijsbert Tijmensz
-
ORA-184-3179; 10-06-1746: Antonij Killewig in huijwelijk hebbende Tijmentje Lamberts Pronk die een dogter is van Marretje Tijmens Doorn aan haar in huijwelijk verwekt door Lambert Pronk, welke Marretje Tijmens Doorn in eerder huijwelijk
getrouwd is geweest met Hendrik Jansz Boor, dat de gemelde Hendrik Jansz Boor en Marretje Tijmens Doorn op den 19-12-1698 voor den Nots Jan Bosch en seekere getuijgen tot Naarden bij Testament van hunne goederen bij Testament van hunne goederen
resiprocquelijk ten behoeve van malkanderen gedisponeert hebbende, gewilt en begeert hadde dat: (langstlevende verklaring)
dat het selve Testament door de voorn: Hendrik Jansz Boor metterdood bekragtigt zijnde, tusschen Melchior Boor soo voor hem selven en als voogd over de kinderen van Floris Boor verwekt bij Aagje Jacobsz mitsgaders Gerrit Jansz Keer en Jan van
Keeren meede voogden over de voorn kinderen en volgens acte van authorisatie en approbatie van de Heeren weesmeesteren van Oostsanen in dato 03-06-1706, nog denselven Melchior Boor en Claas Roothair als voogden over 't kind van gemelde Floris
Boor in een tweede huijwelijk verwekt bij Trijntje Albertsz hebbende meede acte van authorisatie en approbatie van weesmr: voornt in dato als boven, stellen Pieter Jansz Boor en Cornelis Cornelisz als voogden over de nagelaten weeskinderen van
Willem Jansz Boor, Gijsbert Tijmensz in huwelijk hebbende Jannetje Boor, en Teunis van Duijnen als vader en voogd over 't kind verwekt bij Grietje Boor te samen kinderen en kindskinderen van Jan Pietersz Boor, gesubstitueerde erfgenamen van de
voorn: Lambert Pronk als doe getrouwt met gemelde Marretje Tijmens Doorn ter andere zijde, was gemaakt seekere conventie ofte acte van uijtkoop gepasseert voor die van den geregte deses dorps in dato 16-07-1706 waarbij sij eerste comparanten
als volgens de Testamente gesubstitueerde erfgenaam ab intesto voor altoos desisteeren en afstaan van alle sodanige regt actie en toesegginge als sij, 't zij uijt hoofde van den testamente of andersints op de nagelaten goederen van meergenoemde
Hendrik Boor te pretendeeren had, ofte in tijden en wijlen soude kunnen krijgen en preetendeeren sonder eenige de minste reserve.
Waar tegen door de voorn: Lambert Pronk aan de eerstgemelde comparant soude werden betaalt een somma van f 315:- en vervolgens 1/7 in twee stukjes Land breder daar bij gemeld.
Welk contract bij die van den geregte voornt bevonden werd voor soo veel des noods zij ook geapprobeert te weesen
Dat nu op het overlijden van den voorn: Marretje Tijmens Doorn voorgevallen in de maand Meij deses jaars 1746 sijnde haar man Lambert Pronk al een geruijme tijd bevorens overleden geweest, gelijk ook bevorens overleden zijn alle die personen
met wie het voorverhaalde contract van dato 16-07-1706 gemaakt en aangegaan is, enige van de dessendenten en nakomelingen van de voorn: gesubstitueerde erfgenamen van Hendrik Jansz Boor aan de gemelde Antonij Killewig als in huijwelijk hebbende
Tijmentje Lamberts Pronk hebben te verstaan gegeven dat hun wel gebleeken was 't contract dat desen aangaande op den 16-07-1706 was gesloten, dog dat hen niet quam te blijken dat de voldoening van dien aan de gesubstitueerde erfgenamen van
Hendrik Jansz Boor ten selve tijde gegeven, nog daarop gevolgt was met verklaringe egter dat sij bereidwillig waeren, dat als hun sulx vertoont soude kunnen werden, sij dan soude komen af sien van hunne preetensie die anders uijt kragte van het
Testament inden hoofde deses gemeld bij haar gesustineert soude kunnen werden.
Welke verklaring huijden voor het college van Schepenen van Huijsen in persoon gedaan zijn door Pieter Melsz Boor en Jacob (Melchiorsz) Boor kinderen van Melchior (Jansz) Boor,
bij Cornelis Killewig in qualt. als voogd over 't kind van Neeltje Melsz Boor
bij Tijmen Gijsbertsz, soon van Jannetje (Jans) Boor,
bij Lambertus (IJsaacksz) Spilt als in huijwelijk hebbende een kindskind van Jannetje Jans Boor genaamt Grietje Jans Doorn
Nog bij deselve Tijmen Gijsbertsz en Lambert Spilt in qualt: als voogden over Hendrik Gijsbertsz minderjarig kind(skind) van Jannetje Boor
Nog bij Lambert Koij als getrouwt hebbende Neeltje Pieters Boor, die een dogter is van Pieter Jansz Boor.
En eijndelijk bij Jan Pietersz Boor soon van Pieter Jansz Boor
Waarop vervolgens van wegens deselve Antonij Killewig in opgemelde sijn qualt: aan deselve personen ge-exhibeert vertoont en huijden ten onsen overstaand onderteekent als volgt
1706 den 22 November
Wij ondergeschreven bekken ontfangen te hebben van Lambert Wijllems Pronk de somme van f 636:9:- volgens vonnes alhijer gevallen en over uijtkoop van wegens erfregt voor de somma van f 315:-:- actum Huijsen (was geteekent) Melgijoor Boor,
Teunis Tijmensz van Duijn, Pieter Boor, Cornelis Cornelosz, Gijsbert Tijmensz. Enz
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 11-07-1748: Neeltje Boor: f 6,-.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ebbe | *1725 | Huijsen | | <= 1727 | | 0 | 0 |
2 | Ebbe | *1727 | Huijsen | †1797 | Huizen | 70 | 1 | 7 |
3 | Pieter | *1728 | Huijsen; Koptienden Blaricum Eerste: 1764-50 | †1804 | Huizen; Koptienden Blaricum Laatste:1800-76 | 75 | 1 | 0 |
4 | Grietjen | *1730 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
5 | Willem | *1734 | Huijsen | | | | 1 | 10 |
6 | Jan | *1737 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
>